Wijzigingen box3 met ingang van 2023
Door mr. R.J. (Ron) Kohlschein van ROKO Belastingadvies
Op de dag voor Kerst 2021 heeft de Hoge Raad zijn licht laten schijnen over de belastingheffing in box 3
(het zogenoemde Kerstarrest).
Kortgezegd kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat de bestaande forfaitaire box 3 heffing in strijd was met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod.
Voor een aanpassing van de wet in 2022 kwam dit arrest te laat, maar de wetgever heeft geprobeerd dit op te lossen door “rechtsherstel” aan te bieden voor 2022 en voor de jaren daarvoor.
Vervolgens is voor 2023 en verder de zogenoemde Overbruggingswet in werking getreden.
De belastingheffing volgens de Herstelwet en de Overbruggingswet is (nog steeds) gebaseerd op een forfaitair rendement.
In tegenstelling tot het forfaitair rendement vóór het Kerstarrest wordt het vermogen van een belastingplichtige nu verdeeld in drie categorieën:
- Banktegoeden
- Overige bezittingen (onder meer beleggingen en onroerend goed)
- Schulden
Per groep geldt een eigen forfaitair rendement, dat het werkelijk behaalde rendement zo goed mogelijk zou moeten benaderen.
Voor de categorie “overige bezittingen” wordt het rendementspercentage al voor het begin van het belastingjaar bekend gemaakt en dit percentage wijzigt daarna ook niet meer.
Voor het spaargeld en bankschulden wordt eerst een voorlopig percentage bekend gemaakt dat vervolgens wordt gehanteerd voor voorlopige aanslagen. Na afloop van het kalenderjaar wordt het definitieve percentage bekend gemaakt, waarbij dus zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de daadwerkelijke percentages over het alsdan verstreken belastingjaar.
Het rendement per vermogenscategorie is de waarde van het vermogensbestanddeel vermenigvuldigd met het daarbij behorende rendementspercentage.
2023 (inmiddels definitief) 2024 (deels voorlopig) 2025
Banktegoeden: 0.92% 1.03% (voorlopig) nog niet bekend
Schulden: 2.46% 2.47% (voorlopig) nog niet bekend
Overige bezittingen: 6.17% 6.04% (definitief) 5.88%
Naast deze “verplichte” aanpassing heeft de wetgever de box 3 heffing in 2023 ook nog op twee andere punten gewijzigd.
- Versobering leegwaarde ratio
Bij verhuurde panden mag een “korting” worden toegepast op de WOZ-waarde als – simpel gesteld – sprake is van een laag rendement op het verhuurd onroerend goed.
Deze korting wordt berekend door de jaarhuur te delen door de WOZ-waarde. Het rendement dat uit deze rekensom komt, correspondeert met een percentage in een tabel in de fiscale wet.
Voor box 3 wordt dan vervolgens dit percentage van de WOZ-waarde opgenomen in de aangifte inkomstenbelasting en over dat bedrag wordt dan het bovengenoemde forfaitaire rendement berekend.
Deze tabel is met ingang van 2023 echter aanzienlijk “versoberd”.
Rendement Tabel t/m 2022 Tabel vanaf 2023
2% – 3% 56% 84%
3% – 4% 62% 90%
4% – 5% 67% 95%
5% – 6% 73% 100%
6% – 7% 78% 100%
7% -> 85% 100%
Een voorbeeld om dit te verduidelijken.
WOZ waarde beleggingspand € 1.000.000
Jaarhuur: € 48.000, rendement derhalve 4,8% (€ 48.000 / € 1.000.000).
In 2022 werd dit pand voor € 670.000 (€ 1.000.000 x 67%) opgenomen in box 3, terwijl hetzelfde pand in 2023 voor € 950.000 (€ 1.000.000 x 95%) opgenomen moet worden in de aangifte.
Tarief
Tot slot is het tarief in box 3 ook verhoogd.
2022: 31%
2023: 32%
2024 e.v.: 36%
Rekenvoorbeeld box 3
Onderstaand hebben wij een rekenvoorbeeld opgenomen dat het verloop aangeeft van de box 3 heffing in de periode 2022 – 2024.
Uitgangspunten:
Banktegoeden: € 1.000.000
WOZ-waarde verhuurd O/G: € 1.000.000
Schulden: € 500.000
Jaarhuur: € 48.000 (4,8%)
Heffingsvrij vermogen en schuldendrempel berekend o.b.v. een alleenstaande belastingplichtige.
Verschuldigde belasting box 3:
2022: € 7.629 (berekend volgens “rechtsherstel”)
2023: € 17.091
2024: € 19.167
In 2024 neemt de heffing – onder gelijkblijvende omstandigheden – derhalve met ruim 250% toe ten opzichte van 2022!
Recente ontwikkelingen
Na het invoeren van de verschillende categorieën is er weer geprocedeerd of deze nieuwe forfaitaire rendementen wel pasten binnen het oordeel van de Hoge Raad in het Kerstarrest.
In het arrest van 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad deze vraag met nee beantwoord. De Herstelwet en de Overbruggingswet zijn vanwege de forfaitaire rendementsberekeningen nog steeds niet in overeenstemming met het discriminatieverbod.
Dit betekent dat vele belastingplichtigen gecompenseerd zullen worden als zij aannemelijk kunnen maken, dat het werkelijke rendement over het gehele box 3-vermogen in een jaar lager is geweest dan het forfaitaire rendement waarvoor zij in de heffing zijn betrokken.
De Hoge Raad heeft echter in het arrest van 6 juni 2024 bepaald dat ook ongerealiseerde waardeveranderingen van vermogensbestanddelen tot het werkelijke rendement worden gerekend.
Dit betekent naar alle waarschijnlijkheid dat belastingplichtigen met beleggingspanden – gelet op de waardestijgingen van onroerend goed in de afgelopen jaren – aanzienlijke rendementen behaald zullen hebben volgens de berekeningsmethodiek van de Hoge Raad.
De wetgever heeft inmiddels aangegeven dat belastingplichtigen voor wie de uitspraak van de Hoge Raad gevolgen heeft een brief zullen ontvangen van de Belastingdienst.
Zij hoeven niets te doen en zullen worden geïnformeerd zodra er meer duidelijkheid is.
Tot slot geeft de wetgever aan dat de uitspraak van de Hoge Raad volgens hem wel in lijn is met het conceptwetsvoorstel voor belastingheffing in box 3 op basis van het werkelijke rendement.
Dit nieuwe box 3-stelsel zal naar verwachting vanaf 2027 worden ingevoerd.
Oplossing?
Voor de heffing in box 3 geldt één peildatum, te weten 1 januari.
Dit betekent dat voor het jaar 2024 en eerder niet meer proactief fiscaal geadviseerd kan worden.
Afhankelijk van uw individuele (box 3) situatie zijn er voor de jaren 2025 en 2026 (derhalve totdat naar verwachting het nieuwe box 3 stelsel wordt ingevoerd) wellicht mogelijkheden om de belastingdruk in box 3 te verlagen.
Wilt u hier meer over weten?
Neemt dan contact op met mr. R.J. (Ron) Kohlschein van ROKO Belastingadvies
tel: +316 24 28 44 71 of ron@rokobelastingadvies.nl
meer informatie kun je ook vinden op Box 3 (vermogensrendementsheffing) (belastingdienst.nl)